Het kasteel staat op een bergtop boven de stad Eisenach en is rond het jaar 1070 gesticht door de toenmalige graaf van Thüringen, Lodewijk van Schauenburg (1042 – 1123), ook wel Lodewijk de Springer genoemd. Zijn zoon Lodewijk I van Thüringen ontving in 1131 van keizer Lotharius III de titel van landgraaf.
In de 12e eeuw werd het kasteel flink uitgebreid met het zogenaamde Landgrafenhaus. Het bevat onder meer rijkbewerkte kapitelen, die door Maaslandse metzen (steenhouwers) zijn vervaardigd.
In die periode ontwikkelde het Thüringse hof zich tot een ontmoetingsplaats van kunstenaars. Zo verbleef de Maaslandse minnezanger Hendrik van Veldeke hier rond 1185 en werkte er onder het mecenaat van landgraaf Herman I van Thüringen aan zijn Eneas-roman.
Wartburg
wartburg-zij.jpg
http://www.thuringerwald.nl/images/steden/Eisenach/wartburg-zij.jpg
IMG_6077.jpg
http://www.thuringerwald.nl/images/kastelen/Wartburg/IMG_6077.jpg
luther.jpg
http://www.thuringerwald.nl/images/steden/Eisenach/luther.jpg
elisabeth.jpg
http://www.thuringerwald.nl/images/steden/Eisenach/elisabeth.jpg
In de Wartburg woonde de later heilig verklaarde Elisabeth van Thüringen (*1207 Sárospatak, Hongarije - †1231 Marburg, Duitsland). Zij trad in 1221 in het huwelijk met Lodewijk IV van Thüringen - een huwelijk dat reeds toen zij vier was gearrangeerd werd. Tijdens de hongersnood van 1226 hielp zij de armen zeer tegen de wil van haar man in. Na de dood van haar man geraakt ze in conflict met haar zwager die zijn huwelijksaanspraak op haar zag afketsen, waarna hij haar al haar bezittingen afnam. Van Paus Gregorius IX krijgt zij een schadeloosstelling en mag zij op de Marburg gaan wonen. In 1229 treed zij de derde orde van Franciscus van Assisi bij en wijdt de rest van haar leven aan het verzorgen van zieken. in 1235 wordt zij heilig verklaard.
De zogenaamde Elisabethkemenate ("kamer van Elisabeth") werd op verzoek van keizer Wilhelm II in 1902-06 door prof. August Oetken in neobyzantijnse stijl met historische taferelen in glasmozaïek versierd.
De Wartburg speelde ook een belangrijke rol bij de Reformatie. Op 26 mei 1521 deed het keizerlijk edict van Worms de monnik Maarten Luther in de rijksban. Luther's beschermheer, keurvorst Frederik III van Saksen, had hem echter voor zijn veiligheid naar de Wartburg laten overbrengen, waar hij bijna een jaar incognito als jonker Jörg (hij laat zijn hoofdhaar bijgroeien) leefde. Luther's kamer, waar hij onder meer het Nieuwe Testament in het Duits vertaalde (gepubliceerd in 1524), is in originele staat bewaard gebleven en te bezichtigen.
In 1817 marcheerden ongeveer 450 nationalistische studenten, leden van de Burschenschaften, naar de Wartburg om de Duitse overwinning over Napoleon te herdenken en uiting te geven aan hun verlangen naar Duitse eenwording. Eén van de sprekers was Hans Ferdinand Massmann. Zowel de Code Napoléon als conservatieve Duitse geschriften werden verbrand. Deze gebeurtenis werd in 1848, 1929 en 1948 herdacht tijdens de Wartburgfeste.
Hoe vaak Franz Liszt op de Wartburg geweest is, is niet bekend. Vanaf 1855 in ieder geval heel vaak, want Liszt kreeg opdracht van de hertogen van Weimar zijn vakkennis over akoestiek in te brengen in de ombouw van ridderzaal tot feest- en concertzaal. Nu is deze concertzaak een van de bekendste in Thüringen.
Na de revolutie in 1918 en het uitroepen van de republiek, waarbij de Duitse vorsten afstand moesten doen van de troon, dienden zij in de meeste gevallen ook hun eigendommen af te staan. Het kasteel Wartburg is sinds 1922 in handen van de Wartburg Stiftung.